Teksten Gastvrijheid Workshop

De teksten van Erik en Johannes voor de Gastvrijheid Workshop op het Symposium van de Vereniging van Religieuze Gemeenschappen op de Wittenberg in Zeist 7-10-22

Gastvrijheid geeft energie
Energie door de glimlach van een hoogzwangere Iraakse die na een nacht vol overgeven de grote trap van ons klooster afdaalt,
Energie door de blik van blijdschap van de Afgahaanse tolk die onverwachts weer voor de deur staat en komt vertellen dat hij eindelijk een status heeft gekregen,
Energie door de hoofdknik van de Nigeriaan die het gelukt is om met zijn rollator bepakt terug te komen van de voedselbank.

Gastvrijheid vraagt aanpassen
Alle vreemde talen van onze gasten maakt dat we allemaal met onze handen en voeten ons blijven aanpassen om het contact te blijven onderhouden,
De verschillende dag en nacht ritmen met douchen, eten en bidden maakt het steeds aanpassen elke keer weer een hele uitdaging,
De dagelijkse vette vislucht van onze gast uit Congo en het continu laten stromen van de keukenkraan maakt het elke dag aanpassen geblazen in de grote kloosterkeuken,

Gastvrijheid maakt blij
Blij als we van onze voormalige Rohinja gast die na 7 jaar verblijf in ons midden vertrokken is naar Frankrijk wekelijks een appje krijgen dat het goed gaat,
Blij als menig gast gestressed bij ons komt wonen en na enkele weken, enkele maanden tot rust komt en weer levendig uit haar/zijn ogen gaat kijken,
Blij als we weer eens samen aan tafel zitten en genieten van alle specerijen die verwerkt zijn in een maaltijd,

Gastvrijheid roept twijfels op
Waarom doe ik midden in de nacht niet open als er twee mannen voor de deur staan en meerdere keren aanbellen?
Welke opmerking is verkeerd gevallen of begrepen waardoor de gast oud Siere-Leone ‘vuur spuwt’?
Hoe weet ik of we wel genoeg hulp biedt zonder onze gasten als zielig of noodlijdend te zien?

Gastvrijheid als vanzelfsprekendheid (conditio humana)
Als mens zijn we altijd geroepen geweest om onderdak te bieden aan de ander, door de eeuwen heen, door alle culturen heen. Het is ook als thuis komen bij jezelf. Je bent niet alleen op de wereld en het appel van de ander wordt beantwoord. Met al zijn voor en tegens. Omdat je niet anders kunt.

Erik


Hij ziet er hongerig uit dus geef ik hem de helft van mijn soep en wat brood.

Net voordat hij begint te eten vraag ik of hij moslim is, een domme vraag aan een vluchteling uit irak.

– ja.

Oh sorry, zeg ik, ik weet niet of het wel halal is.
Zit er vlees in?
– Nee, het is veganistisch. pompoen, ui, tahini, tamari, nootmuskaat en kaneel. Dat is alles.

Hij begint opgelucht te eten.

Als ik hem de kamer laat zien huilt hij.
Hij zegt, ik dacht dat ik vannacht op straat zou moeten slapen.

Hij vind het best om op de bank te slapen, zegt hij, maar ik haal een veld bed voor hem.

Hij wil weten of hij naar buiten mag.
Hij vraagt of er een sleutel is voor het slot in de deur van zijn kamer.
Dat is wat vijf jaar in Ter Apel met je doet.

Hij wil weten of hij dingen moet doen, voor ons.
Dingen?
Werken of schoonmaken.
Nee hoor!

Hij vraagt of hij dingen mag verplaatsen in zijn kamer. De tv daar en de bank hier.
– Natuurlijk.

Als we zijn koffers gaan halen vertelt hij me dat zijn vader zich heeft opgehangen en over zijn broer die al 18 jaar in de gevangenis zit en over alle vreselijke dingen die hij heeft gezien, onthoofdingen, lijken.

En dan zegt hij, sorry…
– Waarom zeg je sorry!?

…Om je met dit alles op te zadelen.
– Het is oké, zeg ik, je belast me niet.

Hij vond de soep niet lekker.

johannes